De onderstaande hoogte kaart toont:

1. relicten van pre-glaciaal reliëf met een hoog gelegen tertiaire ondergrond,

2. oude verlaten beekdalen uitgeslepen in de tertiaire lagen, maar niet zichtbaar in de huidige topografie (blauwe stippellijnen),

3. huidige beekdalen (ononderbroken blauw), 

4. langere dekzanduinen of -ruggen (witte stippellijnen) uit de laatste Weichselien-ijstijd, die veelal door de mens in bolle akkers (essen) zijn veranderd,

5. de rand van het Oost-Nederlands plateau, waarvan het reliëf is geaccentueerd door de terrasbouw van de oer-Rijn gedurende een deel van de Kwartair periode

6. de loop van het Saalien-ijstijd smeltwaterdal

Tijdens de koude Weichselien tijd lag ten noorden en oosten van Nederland landijs. Nederland leek destijds op een toendra met te weinig vegetatie om bodemdeeltjes vast te houden. De Noordzee was grotendeels drooggevallen door de lagere waterspiegel en veranderd in een zandzee, zo ook een groot deel van het stroomgebied van de oer-Rijn, waarin zandstormen konden ontstaan. De overwegend westenwind vormde U-vormige duinen (ook wel paraboolduinen genoemd), die ook in het Winterswijkse, met name op hoogtekaarten, nog enigszins herkenbaar zijn. De vele kleinere zandkopjes, vaak éénmansessen geworden, zijn niet aangegeven op de hieronder afgebeelde kaarten.

Naar het zuiden en oosten toe lopen de tertiaire en mesozoïsche lagen en het maaiveld op naar 50m +NAP: het "Woolds plateau" en "Ratums plateau". Kleurenverloop van laag naar hoog: Blauw-groen-geel-rood. Bron van hoogtekaart: https://ahn.arcgisonline.nl/ahnviewer met dynamische kleurweergave.

De onderstaande "hillshade" kaart (bron: ahn.nl) is samengesteld door m.b.v. een computerprogramma virtueel licht vanuit een hoek op gedigitaliseerde hoogtedata te laten schijnen. Door de aldus verkregen virtuele schaduwwerking worden verschillen in de topografie geaccentueerd en wordt als het ware een zwartwit 3D beeld gegenereerd. In het Winterswijkse zijn de hoogte verschillen ten hoogste 30 meter (westelijk van de Oost-Nederlandse plateau rand 20m +NAP, en op het Woolds plateau 50m +NAP), toch lijkt het terrein op de hillshade kaart flink geaccidenteerd. De hillshade kaart laat goed zien hoe de oude pre-glaciale topografie nog doorschemert in het huidige landschap van Winterswijk, hoewel de meeste topografische kenmerken gerelateerd zijn aan de twee jongste ijstijden.

Een aantal landschapsstructuren is als volgt aangegeven:

1. De groene streepjeslijn geeft de rand van het Oost Nederlands plateau aan, die samenvalt met een terras van de oer-Rijn.

2. De groene cirkels zijn een aantal relicten van pre-glaciale heuvels, die wellicht al in het Plioceen hoogtes vormden in het landschap.

3. Blauwe stippellijnen geven schematisch de oude beekdalen weer (soms benut door de beken van nu). De oude beeklopen liepen meestal van oost naar west (hoog naar laag). Opvallend zijn de vele dalen op de westrand van het Oost-Nederlands plateau. Dit zijn zgn. erosiedalen (ook wel droogdalen genoemd), die ontstonden in de Weichselien ijstijd toen de bodem bevroren was en regen- en smeltwater niet in de bodem kon wegzakken. Het overtollige water volgde een loop naar het laagste punt en sleep smalle dalen uit in de randen van de hogere plateaus. De oostrand van het Oost-Nederlands plateau heeft hierdoor een golvend karakter gekregen, dat merkbaar is op de N313 tussen Aalten en Lichtenvoorde. Erosiedalen zijn ook aanwezig aan de randen van andere hogere delen van de topografie.

4. Ononderbroken blauwe lijnen: Smeltwaterdalen uit de Saalien ijstijd, nu gevuld met tientallen meters dikke sedimentlagen.

5. Oranje stippellijnen: Een aantal (maar lang niet alle) bolle essen is daarmee aangegeven. Onder de bolle essen liggen dekzandruggen en dekzandkopjes opgewaaid tijdens de Weichselien ijstijd. De bolle essen vormen rechthoekige, smalle langwerpige of hoefijzervormige structuren en zijn zeer goed herkenbaar op de hillshade kaart. De bolle essen liggen zowel op de lagere als hogere delen van de topografie. De langwerpige essen zijn dikwijls ontstaan op zandduinen in oude beekdalen (zoals langs de Rotweg). De hoefijzervormen zijn vermoedelijk ontstaan door westenwinden, die zandverstuivingen op de hogere grond veroorzaakten. De bolle essen bevinden zich voornamelijk in het smeltwaterdal en ten oosten hiervan. Wellicht is het onder de bolle essen liggende dekzand afkomstig uit de beddingen van de smeltwaterdalen tijdens periodes van droogval.

Hillshade kaarten vormen een zeer nuttige ondersteuning bij het karteren van geologische structuren. We zien het Oost-Nederlands plateau (rechts van de groene stippellijn) doorsneden door dalen (veelal inmiddels niet meer watervoerend). De kleinere dekzandduinen/esdekken hebben een vorm enigszins gelijkend op "worstjes', terwijl in het smeltwaterdal veel grotere en langgerekte dekzandduinen/esdekken aanwezig zijn, zoals bijvoorbeeld de Corlese es. Nemen we de tijd om de kaart te bekijken, dan zien we steeds meer structuren, die samenhangen met dekzandduinen, dalen en oude hoogtes. Ruim 100.000 jaar geleden, zouden we vanaf het Groote Veld een dal van minstens 100m diep hebben gezien, waardoor een flinke rivier liep. Het landschap was destijds kaal en tamelijk geaccidenteerd: beter dan de hoogtekaart geeft de hillshade kaart een indruk van de toenmalige topgrafie, waarbij we wel de dekzandduinen/esdekken moeten wegdenken, omdat die later zijn ontstaan.

Hierboven is de geomorfologische kaart afgebeeld van de omgeving van Winterswijk. Geomorfologie is een tak van wetenschap, die de vormen van het landschap en de processen, die bij het ontstaan daarvan een rol spelen of hebben gespeeld, bestudeert. Geomorfologie legt een verband tussen geologie en fysische geografie, en vertaalt de vormen van het landschap in natuurlijke processen, die daaraan ten grondslag aan liggen. Op deze kaart zijn een aantal processen gegroepeerd om de kaart overzichtelijk te houden.

Hierboven is een cultuurhistorische kaart van Winterswijk en omgeving afgebeeld. Het oude hoevenlandschap is vanaf de late Middeleeuwen ontstaan in de nabijheid van relatief droge zandduinen, waarop door bemesting essen zijn ontstaan. Het oude hoevenlandschap wordt gekenmerkt door bolle essen, kleine boerderijen, kronkelige zandwegen en beken. Het jonge hoevenlandschap ontstond na het, vanaf tweede helft 19e eeuw, in cultuur brengen van de "woeste gronden", te weten heidevelden, broek-en goorgebieden. Het jonge hoevenlandschap wordt gekenmerkt door rechte wegen en sloten en het ontbreken van reliëf. Bewerking van afbeelding uit "Omgevingsvisie Buitengebied Winterswijk", gemeente Winterswijk, 2019.